Iedereen kent de iconische Mini of Fiat 500, maar er zijn talloze compacte pareltjes die onder de radar zijn gebleven. In deze blogpost duiken we in de fascinerende wereld van onbekende stadsauto’s die barsten van karakter. Van de symmetrische Zündapp Janus met zijn twee gezichten tot de sportieve Italiaanse flair van de Innocenti De Tomaso en de Oostblok-charme van de Yugo 45: deze auto’s verdienen een plekje in de schijnwerpers. Ga mee op ontdekkingsreis langs 7 vergeten klassiekers die bewijzen dat klein niet saai hoeft te zijn!
1. Zündapp Janus: 1957-1958 (Productieaantal: 6.902)
De Zündapp Janus is één van de meest eigenzinnige dwergauto’s die ooit gebouwd. Deze Duitse creatie uit 1957-1958 kreeg zijn naam van de Romeinse god Janus, bekend om zijn twee gezichten. En dat is niet voor niets! Zowel de voor- als achterkant van de Janus lijken sprekend op elkaar, waardoor je goed moet opletten waar je moet instappen. Er zit een portier aan zowel de voor- én achterkant en binnenin staan de banken rug-aan-rug: De bestuurder en de passagier ernaast kijken vooruit, de andere twee inzittenden kijken ‘achteruit’. Gezellig kletsen met je achterburen is dus lastig. Met een 245 cc eencilinder tweetaktmotor met 14 pk haalde de Janus een topsnelheid van 80 km/u. Ondanks zijn innovatieve ontwerp werd de auto geen verkoopsucces: er werden slechts 6.902 exemplaren gebouwd. Tegenwoordig is het een geliefd verzamelobject voor liefhebbers van bijzondere klassiekers.


2. Mitsubishi Minica Skipper: 1971-1974 (Productieaantal ca. 24.000)
De Mitsubishi Minica Skipper is een kei-car met een flinke dosis Japanse flair. Deze compacte coupé verscheen in 1971 als sportieve variant binnen de Minica-familie en viel op door zijn vlotte fastback-lijn en het liftbare achterraam: ideaal voor het inladen van je boodschappen of een picknickmand. Onder de motorkap lag een pittige 359 cc watergekoelde tweecilinder, goed voor maximaal 38 pk in de GT-uitvoering. Ondanks zijn sportieve ambities bleef het een lichtgewicht: met een gewicht van zo’n 490 kilo was het een van de lichtere auto’s op de Japanse wegen. De Skipper werd gezien als een miniatuurversie van de Mitsubishi Galant GTO en bleef, spijtig genoeg, buiten Japan een zeldzame verschijning. Inmiddels is de Skipper een echt collectorsitem geworden. Let ook op de velgen met een diameter van maar liefst 10 inch🤩.


3. Honda Z GL: 1970-1974 (Productieaantal: 40.586)
De Honda Z GL is een stadsauto die direct een glimlach op je gezicht tovert. Dit kleine sportieve coupétje uit de vroege jaren ’70 was een opvallende blikvanger, onder meer door het opvallende “coke bottle”-design. De Z GL had een luchtgekoelde tweecilinder motor achterin, wat zorgde voor een speels rijgedrag. Ondanks zijn bescheiden vermogen voelde hij verrassend vlot aan en was hij, zeker voor zijn tijd, best comfortabel. De Honda Z was niet alleen populair in Japan, maar vond ook zijn weg naar andere markten, waaronder Nederland. Vandaag de dag is het een zeldzame verschijning en een favoriet onder verzamelaars van Japanse microcars.


3. BMW 700: 1959-1965 (Productieaantal ca. 188.000)
De BMW 700 is een kleine auto die grote daden heeft verricht: In de jaren vijftig zat BMW tot over z’n oren in de financiële problemen. Het merk stond op het randje van faillissement, maar toen kwam daar ineens de BMW 700: een compacte, stijlvolle auto ontworpen door de Italiaanse maestro Giovanni Michelotti. Het was de eerste BMW met een volledig stalen zelfdragend koetswerk, waarmee hij zijn tijd ver vooruit was. De 700 was er als coupé, sedan en als cabriolet. Met een opgevoerde motor haalde hij zelfs 155 km/u, wat in die tijd echt razendsnel was voor zo’n kleintje. Dankzij het succes van de 700 kon BMW blijven bestaan en uitgroeien tot het merk dat we nu kennen.


4. Hillman Imp: 1963-1976 (Productieaantal ca. 440.000)
De Hillman Imp, het Britse antwoord op de Mini, was een eigenwijs kleintje met een flinke dosis karakter. In 1963 kwam deze compacte achterwielaandrijver op de markt, compleet met een 875 cc aluminium motortje achterin. Deze krachtbron lag schuin onder de vloer om het zwaartepunt lekker laag te houden, wat zorgde voor een goede wegligging. En, uniek voor die tijd: de achterruit kon open als een soort vijfde deur. Handig voor de boodschappen of hond.
In het begin van zijn levenscyclus verkocht Imp erg goed, maar na een paar jaar zakte de hype in. Ondanks sportieve versies en rallysuccessen bleef de Imp een zeldzame verschijning op de Nederlandse wegen. Toch heeft deze Britse dwarsligger een trouwe schare fans, want hij rijdt verrassend pittig en is tegenwoordig een echte blikvanger op oldtimermeetings.


5. Innocenti de Tomaso: 1976-1990 (Productieaantal ca. 65.000)
De Innocenti De Tomaso is een Italiaans duiveltje in een klein doosje. Ooit begonnen als een opgevoerde versie van de Britse Mini, kreeg deze compacte hatchback in 1976 een flinke sportieve make-over dankzij de overname door sportwagenbouwer De Tomaso. Met een opgevoerde 1275cc-motor, en later zelfs een geblazen Daihatsu-driecilinder onder de kap, was dit allesbehalve een doorsnee stadsautootje. De opvallende sportieve details zoals de kunststof bumpers met mistlampen, een luchthapper op de motorkap en de vaak knalrode lak, maakten de De Tomaso tot een ware eyecatcher. Met 72 tot 75 pk en een sprint naar de 100 km/u in zo’n 11 seconden was het een van der snellere auto’s in de compacte klasse. In totaal werden er ruim 310.000 stuks gebouwd, maar door roest zijn er nog maar weinig over.


6. Autobianchi A112: 1969-1986 (Productieaantal ca. 1.200.000)
De Autobianchi A112 is misschien wel de eerste premium stadsauto, lang voordat deze term een begrip werd. Geproduceerd van 1969 tot 1986, was de A112 een geliefd hebbeding onder modieuze dames, verwende hockeykinderen én sportieve mannen die voor de Abarth-versie gingen. Met zijn voorwielaandrijving, compacte formaat en pittige motoren was het een echte rijdersauto – en zijn Zuid-Europese charme is vandaag de dag nog steeds onweerstaanbaar. De A112 stond bekend om zijn uitstekende wegligging, stevige vering en verrassend ruime interieur. De Abarth-variant, met tot wel 70 pk uit een 1.050 cc-motor, was een geliefde hot hatch in zijn tijd. Helaas was de carrosserie nogal roestgevoelig: hierdoor zijn er nog maar weinig Bianchi’s over.


7. Yugo 45: 1980-2008 (Productieaantal ca. 795.000)
De Yugo 45, wie kent ‘m niet? Nou ja, waarschijnlijk vooral mensen die in de jaren ‘80 en ‘90 op vakantie gingen naar Joegoslavië of een zwak hebben voor Oostblok-nostalgie. Dit compacte karretje werd in 1980 geïntroduceerd en was gebaseerd op de populaire Fiat 127, maar dan met een hoekiger design en een net wat kortere wielbasis. Het resultaat? Een auto waarin je verrassend veel ruimte had voor vier personen en die, als je flink schakelde, een topsnelheid van 130 km/u kon halen. Niet slecht voor een budgetauto uit het communistische tijdperk!
De Yugo 45 was zelfs het eerste Joegoslavische product dat de Amerikaanse markt wist te veroveren. In de VS werd hij aangeprezen als de goedkoopste Europese importauto, maar al snel bleek dat ‘goedkoop’ niet altijd ‘duurzaam’ betekent. Amerikaanse eigenaren klaagden massaal over mankementen en de auto kreeg een beruchte reputatie. Toch bleek het aantrekkelijke prijskaartje onweerstaanbaar en werden er bijna 60.000 Yugo’s verkocht. Tegenwoordig is de Yugo 45 een cultklassieker, geliefd om zijn pure Oostblok-charme.













