De jaren 80 waren een bijzondere periode voor autodesign. Waar tegenwoordig aerodynamica en sportieve lijnen de boventoon voeren, waren de auto’s van toen vaak hoekig, functioneel en soms ietwat sullig. Vooral sedans uit die tijd springen eruit qua ‘kubisme’. Toch waren ze populair en stonden ze op vele opritten in Europa. Hoog tijd om een paar van deze vergeten oldies uit Japan, Engeland, Italië, Duitsland en Frankrijk in het zonnetje te zetten! Ik ben Teun en vandaag neem ik je mee naar de krochten van de autogeschiedenis waar we onder andere de Nissan Bluebird, de Rover 213/216, de Fiat Regata, de Opel Ascona en de Talbot Tagora terugvinden.
1. Nissan Bluebird: (1985-1990): Een onverzettelijk stuk graniet
Nissan leverde in de jaren 80 een hele reeks Bluebirds in Europa, maar de T72-generatie is misschien wel de meest anonieme. Deze Japanse sedan was betrouwbaar, ruim en comfortabel, maar qua uitstraling had hij de flair van een archiefkast. De Bluebuird werd veel gebruikt als taxi en was geliefd bij zakelijke rijders die een auto zochten zonder opsmuk. Tegenwoordig is hij bijna compleet verdwenen van de Nederlandse wegen.
2. Rover 213/216 (1984-1989): De Britse Japanner die op een Honda leek
Hoewel Rover tegenwoordig vooral herinnerd wordt om zijn luxe sedans en de iconische Land Rover-modellen, produceerde het merk in de jaren 80 ook degelijke onopvallende auto’s. De Rover 213 en 216 waren samenwerkingen met Honda en leken verdacht veel op de Honda Ballade. Met een koddige, rechthoekige vorm en een interieur dat het nét niet had, was deze Rover een typische auto voor de brave middenklasse. Zal altijd worden herinnerd als de auto van Hyacinth en Richard in ‘Keeping up Appearances’.
3. Fiat Regata (1983-1990): De hoekige broer van de Ritmo
De Fiat Regata was de sedanversie van de Ritmo. Waar de Ritmo nog een speels, bijna futuristisch design had, was de Regata gewoon saai. De rechte hoeken en platte neus gaven hem een ontzettend generieke uitstraling. Toch had hij typische Italiaanse trekjes: roestproblemen, elektrische storingen, maar ook een zekere charme die je pas waardeerde als je ermee reed.
4. Opel Ascona C (1981-1988): De ultieme auto voor de brave burger
De Opel Ascona C was in de jaren 80 de standaard keuze voor menig Nederlandse familie. Hij was degelijk, betrouwbaar en saai tot op het bot. Het design was vierkant als een verhuisdoos en hij werd vaak geleverd in de meest ingetogen kleuren: beige, lichtblauw en grijs. Toch was het een succesnummer, vooral in Duitsland, waar hij werd gebruikt als taxi, auto van de zaak en familiewagen.
5. Talbot Solara (1980-1986): De Franse sedan die niemand zich meer herinnert
Talbot, een merk dat vandaag de dag compleet verdwenen is, had een halve eeuw geleden een paar verrassend populaire modellen in de aanbieding. De Solara was de sedanversie van de Talbot Horizon, en hij zag eruit alsof hij uit een bouwpakket kwam: kaarsrechte lijnen, een kofferbak die eruitzag als een losse doos en een interieur dat typisch Frans ‘plastic-fantastic’ was. Ondanks zijn sullige uitstraling was hij redelijk populair in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, in Nederland was en is het een zeldzaamheid.
Conclusie: Vierkante degelijkheid met een vleugje nostalgie
Hoewel deze auto’s destijds misschien niet de meest begeerlijke modellen waren, vertegenwoordigen ze wel een tijdperk waarin voertuigen vooral functioneel en betaalbaar moesten zijn. Geen tierlantijntjes of sportieve looks: Gewoon vier wielen onder een rechthoekige koets om van A naar B te komen. Wij vinden dat ze inmiddels een zekere charme hebben gekregen.😊
